Ik ben 3 weken naar Denemarken gegaan. De eerste week woonde ik bij een gastfamilie, de 2 volgende weken ging ik mee op zee-kamp, op het schip “Fulton”.
Fulton is een algemeen bekend concept in Denemarken. Het is een project voor jongens die bij ons in een instelling geplaatst worden. Op Fulton krijgen zij een zinvolle opleiding tot zeeman, met de daarbijhorende opvoeding door de zeer strenge, maar ongelofelijk rechtvaardige kapitein Birk en zijn 2 onderkapiteins. Verder vaart Fulton ook met onder andere gehandicapte kinderen.
Wij, kinderen van Lions wereldwijd, krijgen de kans om 2 weken mee te varen op Fulton, omdat Lions Denemarken het project Fulton sponsoren.
Het is een prachtig, authentiek, houten schip, een driemast-zeilschip, volledig in authentieke staat bewaard, over 4 jaar wordt het schip 100 jaar.
Denemarken heeft een totale oppervlakte van 43.000 km², wat iets groter is dan Nederland. Het Scandinavische land bestaat hoofdzakelijk uit een groot deel van het schiereiland Jutland en de 3 grote eilanden Funen, Seeland en Lolland. Het staatshoofd is koningin Margrethe, op wie de Denen zeer fier zijn.
Tot de geschiedenis van Denemarken horen de Vikingen. Een ruw, maar zeer gesofisticeerd volk, die de hele wereld rondgingen met hun typische boten. Denemarken heeft vrij veel goed bewaarde viking-sites die open zijn voor publiek.
Ik heb al zeer veel mooie reizen mogen maken, maar deze YE-ervaring, steekt met kop en schouders boven alle andere uit. Het was echt een ongelofelijke, fantastische ervaring: het waren 3 weken die voorbij gingen als was elke dag maar een uur, maar deze 3 weken lijken in mijn herinnering wel 3 maanden, net omdat ik met iedereen die ik daar leerde kennen zo’n goed contact had, leek het alsof ik hen al veel langer kende. Het afscheid was dan ook niet zonder emoties.
De eerste week woonde ik bij een hele lieve familie in het noorden van Denemarken, in een klein dorpje, Ulbjerg. Ulrik (een protestantse priester) & Louise (masseuse en werkzaam in een “sportcentrum”), en hun 2 zoontjes Erik (8jaar) en Niels (7jaar).
Dat op zich was al een hele ervaring, omdat het niet evident is een hele week samen te leven met 2 jongetjes die enkel hun moedertaal spreken, die jij niet spreekt. Toch ging het verbazend vlot, zij leerden mij woordjes in het Deens door de dingen aan te wijzen en uit te spreken, ik leerde hen dezelfde woordjes in het Nederlands.
Ik beschouwde mijn gastfamilie aan het einde van deze week echt als mijn familie. Ze leerden mij Denemarken op vele manieren kennen. Ze kookten traditionele gerechten, namen me mee in de beschermde Deense, prachtige natuur en Ulrik wist hier veel over te vertellen. Ik bezocht samen met Louise de dichtstbijzijnde steden en winkels, we speelden enkele Deense spelen, ik ging mee met Ulrik naar zijn Kerkje en we gingen helemaal naar boven, naar de klokkentoren waar het uitzicht totaal was.
Verder waren we ook goede gesprekspartners. We spraken over allerlei thema’s: religie, politiek, over de oorlog in Afghanistan (omdat Ulrik daar misschien als priester naartoe zou worden gezonden eind dit jaar), cultuur, gewoonten, …
Ze woonden dicht bij een Fjord, waar we de eerste avond naartoe gingen. Prachtig.
De voorlaatste dag namen ze mee naar Legoland, het leukste pretpark waar ik ooit ben geweest, naast de Efteling.
Deze week ging echt veel te snel voorbij.
Na deze eerste week brachten ze mij naar Middelfart, waar we aan boord gingen van ons schip, Fulton. Ik had zenuwen. Ik dacht, deze eerste week is al zo onbeschrijfelijk speciaal geweest, het kan bijna niet dat dit kamp even goed gaat zijn. Ik was bang dat ik tijdens het kamp heimwee zou krijgen naar die eerste week bij mijn Deense familie.
Dat was niet zo. De groep jongeren die meegingen op het kamp was de beste groep ooit. We waren echt een groep vanaf de 2e dag.
De groep bestond uit 27 jongeren, met 19 verschillende nationaliteiten: Denemarken, Frankrijk, Polen, Slovakije, Italië, Nederland, Duitsland, Finland, Turkije, Roemenië, Israël, Guadeloupe, China, Hongarije, Oostenrijk, Zwitserland, Amerika, Engeland, en België.
Er waren natuurlijk wel, daar kan je blijkbaar niet van uit in een groep, 3 jongeren die zich afzonderden en geen moeite deden om contact te leggen. Zij gingen samen in een “kliek”. De grote groep liet hen niet links liggen, maar trok er zich ook niet zoveel van aan.
Deze 3 mensen waren vrij asociaal en deden geen moeite om zich in de groep aan te passen. Op sommige momenten vroeg ik me af waarom zij in eerste plaats meewilden op dit kamp, als ze niet open-minded genoeg zijn om, als ze uitgenodigd worden tot contact, de moeite niet doen om wederzijds interesse te tonen. Gelukkig waren het er maar 3 van de 27. De overige groep was, zoals ik al zei, fantastisch.
Het was verbazend hoe goed al deze verschillende nationaliteiten overeenkwamen en communiceerden. Het was een droom-groep.
We zijn zelfs in de krant geweest. In een interview met onze kapitein vertelde Birk aan de krant dat hij het ook een heel mooie ervaring vond met ons, en dat hij vond dat de hele wereld zou moeten functioneren zoals wij overeenkwamen. Hij was fier om 2 weken onze kapitein te zijn, en wij waren fier om 2 weken deel uit te maken van zijn bemanning.
Het leven op Fulton was uitzonderlijk. We sliepen in hangmatten in het ruim, allemaal heel dicht op elkaar. Als er iemand snurkte, had iedereen er last van, maar humor maakte dat we dat konden weglachen. Slechts 2 keer is er iemand uit zijn hangmat getuimeld, met de nodige hilariteit als gevolg natuurlijk. Er waren maar 2 wc’s op het hele schip, maar die kamertjes waren zo klein dat je er zeeziek werd. Er was geen douche, enkel 2 lavabo’s, en er was nergens een spiegel. En toch, zagen we er allemaal goed uit, getuigen de foto’s. We aten ontbijt, middagmaal en avondmaal op het dek, we hadden geen stoelen of tafels, dus we aten rechtopstaand, of we zaten op de grond, … We maakten er elke dag het beste van.
Verder waren we opgedeeld in 3 teams, om het nodige werk te doen elke dag (koken, afwassen, dek schoonmaken, ruim schoonmaken). Elke nacht was er nachtwacht: om beurt moesten 2 mensen gedurende 2 uur de wacht houden op het schip (als we in de haven lagen, om te voorkomen dat iemand op het schip zou komen, als we in open zee lagen om te kijken dat eventuele andere schepen niet te dicht kwamen varen en om om het uur de machinekamer op vuur te controlleren). Tijdens deze nachtwacht werkten de mensen van wacht aan het brood. Elke ochtend hadden we vers gebakken brood. De eerste maakten het deeg, de volgende moesten niets doen, want toen moest het rijzen. De nachtwacht van 4u tot 6u moest het gerezen deeg tot pistolets rollen, en de nachtwacht van 6u tot 8u moest het brood bakken. Nachtwacht hebben was iets heel speciaals. Het heette nightshift, maar de meesten noemden het nightshit.
Maar het was helemaal niet zo erg, als je geluk had zag je de zon opkomen, wat echt superspeciaal was.
Het kamp was verdeeld over de 2 weken als volgt: 1 dag zeilen, 1 dag aan land, 1 dag zeilen, 1 dag aan land… Onze zeilroute ging langs Seeland. We bezochten heel veel mooie plaatsen. Mijn favoriete plaats was Christians Island. Een heel klein eiland waar we aan land gingen. Op een uur waren we rond het eiland gewandeld. Er was 1 café, 1 winkel, 1 dokter,… en zo’n 100 huizen, schat ik. Er was geen douche in het haventje, dus gingen we ons ’s nachts in de zee gaan wassen.
Verder gingen we ook aan land in Kopenhagen, Bornholm (een Deens eiland in de Baltische zee met heel mooie natuur), Kerteminde, Nyborg, Marstall, Sonderborg, en tenslotte terug naar Middelfart.
Een van de spannendste dingen die ik deed aan boord van Fulton was in de mast klimmen. 25 meter hoog, met een minimum aan bescherming. Het was er stil, je hoorde niks. Je kon zien zover je maar kon kijken. Ik zat daar met Detti, van Hongarije.
Wat ook voor de nodige commotie zorgde, was toen ons schip werd opgeroepen door de kustwacht, een soort van “koksijde-rescue”, om te vragen of ons schip wilde meewerken aan een reddingsoefening. De kapitein had toegestemd, we gooiden onze sloep uit, en de helikopter vloog zo dicht mogelijk bij ons schip, we stonden allemaal vol spanning op het dek te kijken en te schreeuwen naar de helikopter om hen aan te moedigen. 2 mensen gingen uit de helikopter aan een koord, ze werden in de sloep gezet, maar de zee was zodanig wild dat ze eruit werden gegooid, en daardoor, zonk onze sloep. Een hels karwei om die sloep weer heel aan boord te krijgen. Gelukkig was onze groep goed in samenwerken en verliep dat allemaal behoorlijk vlot.
3 weken heb ik Denemarken verkend.
1 onvergetelijke week heb ik doorgebracht bij de liefste familie van Denemarken.
2 weken heb ik, samen met een prachtige groep, de Baltische zee doorkruist op een mooi schip, dat tot de verbeelding spreekt. Met een bemanning die bestaat uit stoere zeebonken, maar die een hart van goud hebben.
Ik ben facebook heel dankbaar, omdat het nu zo makkelijk is om contacten te onderhouden. Op dit moment is heel onze Fulton-groep plannen aan het maken om volgend jaar (hopelijk) allemaal terug samen te komen in Italië, bij Elisabetta.
Ook met mijn gastfamilie heb ik nog regelmatig contact. Waarschijnlijk komen zij volgende zomer naar België op bezoek. Ik kijk er heel erg naar uit.
Ik bedank bij deze ook deze Lionsclub, Zelzate-Krekenland, om mijn peterclub te zijn, en ik wil jullie bij deze gelegenheid ook graag het fanion van mijn gast-club in Moldrup overhandigen.